Responsive image

1.1. De COVID-19-uitbraak en de gevolgen ervan voor...

Download de app voor meer functionaliteit.

1.1. De COVID-19-uitbraak en de gevolgen ervan voor...

1.1. De COVID-19-uitbraak en de gevolgen ervan voor de economie

1. De COVID-19-uitbraak is een ernstige noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid voor burgers en samenlevingen, met besmettingen in alle lidstaten van de Unie. Het is ook een grote schok voor de wereldeconomie en de economie van de Unie en een gecoördineerde economische respons van de lidstaten en de EU-instellingen is van cruciaal belang om de repercussies voor de economie van de EU te verzachten.

2. De economie krijgt verschillende schokken te verduren. Er is een schok aan de aanbodzijde als gevolg van de verstoring van de toeleveringsketens, een schok aan de vraagzijde als gevolg van een geringere vraag van de kant van de consument, en daarnaast het negatieve effect van onzekerheid op investeringsplannen en de gevolgen van liquiditeitsbeperkingen voor ondernemingen.

3. De diverse inperkingsmaatregelen van de lidstaten, zoals bewaring van sociale afstand, reisbeperkingen, quarantaines en lockdowns, moeten ervoor zorgen dat de schok zo kort en beperkt mogelijk is. Deze maatregelen hebben een onmiddellijk effect op zowel vraag als aanbod en treffen ondernemingen en werknemers, met name in de sectoren volksgezondheid, toerisme, cultuur, kleinhandel en vervoer. Naast de onmiddellijke gevolgen voor mobiliteit en handel treft de COVID-19-uitbraak ook steeds meer ondernemingen in alle sectoren en van alle soorten, zowel kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) als grote ondernemingen. De gevolgen zijn ook merkbaar op de mondiale financiële markten, waarbij met name de liquiditeit zorgen baart. Deze effecten zullen niet tot één lidstaat beperkt blijven, maar de economie van de Unie als geheel verstoren.

4. In de uitzonderlijke omstandigheden die het gevolg zijn van de COVID-19-uitbraak, kunnen alle soorten ondernemingen met een ernstig gebrek aan liquiditeit te kampen krijgen. Solvente en minder solvente ondernemingen kunnen met een plotseling tekort aan of zelfs ontbreken van liquiditeit te maken krijgen. Met name kmo’s lopen gevaar. Dit kan derhalve de economische situatie van veel gezonde ondernemingen en hun werknemers op korte en middellange termijn ernstig aantasten, maar ook op langere termijn indien hun voortbestaan in gevaar komt.

5. Banken en andere financiële intermediairs hebben een belangrijke rol te spelen in de aanpak van de gevolgen van de COVID-19-uitbraak, namelijk door de stroom van krediet naar de economie te handhaven. Indien de stroom van krediet ernstig belemmerd wordt, zal de economische activiteit sterk terugvallen, aangezien ondernemingen het moeilijk zullen hebben om hun leveranciers en werknemers te betalen. Tegen deze achtergrond moeten de lidstaten maatregelen kunnen nemen om kredietinstellingen en andere financiële intermediairs ertoe aan te zetten hun rol te blijven spelen in de ondersteuning van de economische activiteit in de EU.

6. Steun die de lidstaten op grond van artikel 107, lid 3, onder b), VWEU in het kader van deze mededeling aan ondernemingen verlenen via banken als financiële intermediairs, komt rechtstreeks aan die ondernemingen ten goede. Dergelijke steun heeft niet tot doel de levensvatbaarheid, liquiditeit of solvabiliteit van banken te behouden of te herstellen. Evenzo heeft steun die op grond van artikel 107, lid 2, onder b), VWEU door de lidstaten aan banken wordt verleend ter compensatie van de directe schade die zij ten gevolge van de COVID-19-uitbraak hebben geleden ( 1 ), niet tot doel de levensvatbaarheid, liquiditeit of solvabiliteit van een instelling of entiteit te behouden of te herstellen. Dergelijke steun zal dan ook niet als buitengewone openbare financiële steun worden aangemerkt in het kader van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad (de richtlijn herstel en afwikkeling van banken) ( 2 ) noch in het kader van Verordening 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad (de GAM-verordening) ( 3 ), en ook niet worden getoetst aan de staatssteunregels ( 4 ) die van toepassing zijn op de banksector ( 5 ).

7. Als banken als gevolg van de COVID‐19-uitbraak buitengewone openbare financiële steun (zie artikel 2, lid 1, punt 28, van de richtlijn herstel en afwikkeling van banken en artikel 3, lid 1, punt 29, van de GAM-verordening) nodig zouden hebben in de vorm van liquiditeit, een herkapitalisatie of een maatregel ten behoeve van probleemactiva, zal moeten worden beoordeeld of de maatregel voldoet aan de voorwaarden van artikel 32, lid 4, onder d), i), ii) of iii), van de richtlijn herstel en afwikkeling van banken en artikel 18, lid 4, onder d), i), ii) of iii), van de GAM-verordening. Indien aan deze laatste voorwaarden is voldaan, zou de bank die deze buitengewone openbare financiële steun ontvangt, niet worden geacht te falen of waarschijnlijk te falen. In zoverre dergelijke maatregelen betrekking hebben op problemen in verband met de COVID‐19-uitbraak, zouden zij worden geacht onder punt 45 van de bankenmededeling 2013 te vallen ( 6 ), waarin een uitzondering wordt gemaakt op het vereiste van lastendeling door aandeelhouders en achtergestelde crediteuren.

8. Ondernemingen kunnen niet alleen met onvoldoende liquiditeit te maken krijgen, maar ook aanzienlijke schade lijden als gevolg van de COVID-19-uitbraak. De uitzonderlijke aard van de COVID-19-uitbraak betekent dat dergelijke schade niet te voorzien was, van aanzienlijke omvang is en ondernemingen dus in omstandigheden brengt die sterk verschillen van de marktomstandigheden waaronder zij normaliter opereren. Zelfs gezonde ondernemingen die goed voorbereid zijn op de risico’s die inherent zijn aan de gewone bedrijfsuitoefening, kunnen in deze uitzonderlijke omstandigheden dermate in de problemen komen dat hun levensvatbaarheid in het gedrang komt.

9. De COVID‐19-uitbraak brengt het risico mee van een ernstige neergang van de hele economie van de EU, waardoor bedrijven, banen en huishoudens worden getroffen. Goed gerichte overheidssteun is nodig om ervoor te zorgen dat er voldoende liquiditeit beschikbaar blijft op de markten om de schade aan gezonde ondernemingen te herstellen en om de continuïteit van de economische activiteit tijdens en na de COVID‐19-uitbraak te waarborgen. Voorts kunnen lidstaten beslissen om bedrijven in de reis- en toeristische sector te steunen zodat kan worden voldaan aan de aanvragen tot terugbetaling vanwege de COVID‐19-uitbraak, en de rechten van passagiers en consumenten beschermd zijn en een gelijke behandeling van passagiers en reizigers gegarandeerd is. Gezien de beperkte omvang van de EU-begroting zal de belangrijkste respons uit de nationale begrotingen van de lidstaten moeten komen. De EU-regels inzake staatssteun stellen de lidstaten in staat burgers en bedrijven, met name kmo’s, die economische moeilijkheden ondervinden als gevolg van de COVID‐19-uitbraak, snel en doeltreffend te ondersteunen.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.